Omgaan met bestraffing inzake fiscale zaken
Docent: Jan Tuerlinckx, partner - Klaas Francken, associate
Wie zijn fiscale verplichtingen niet naleeft, riskeert een fiscaal administratieve sanctie. In de inkomstenbelastingen kan deze sanctie de vorm aannemen van een belastingverhoging, een administratieve boete, of het verval van het recht om belastingplichtigen te vertegenwoordigen. In de BTW is voorzien in administratieve geldboeten. En ook in andere belastingen (zoals de registratiebelasting en de erfbelasting) kunnen administratieve sancties worden opgelegd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen overtredingen mét of zonder opzet om de belasting te ontduiken.
Het eerste deel van het seminarie is eerder theoretisch en beantwoordt vragen als:
- Voor welke overtredingen kan er een belastingverhoging opgelegd worden?
- Hoeveel bedragen de belastingverhogingen anno 2024?
- Hoe worden belastingverhogingen berekend?
- Wat is het verschil met administratieve geldboetes?
- Wanneer wordt een belastingverhoging niet toegepast?
- Wanneer kan een belastingverhoging worden kwijtgescholden of verminderd?
- Wat kan je doen als je niet akkoord gaat met de opgelegde belastingverhoging?
In het tweede deel van het seminarie komen praktijkgerichte probleemstellingen en recente rechtspraak aan bod.
Hoewel belastingverhogingen en boetes internrechtelijk een administratief karakter hebben, kunnen zij wel een strafrechtelijk karakter hebben in de zin van het EVRM. Voor heel wat fiscaal administratieve sancties heeft de rechtspraak dit strafrechtelijk karakter reeds uitdrukkelijk bevestigd. In dit geval rijst de vraag of een belastingplichtige recht heeft op het voordeel van de individualisering van zijn straf, in de vorm van een eventueel uitstel ervan. Dat de fiscale rechter geen uitstel kan verlenen bij fiscaal administratieve sancties met strafrechtelijk karakter, is door het Grondwettelijk Hof in verschillende arresten discriminerend bevonden. In het seminarie worden deze arresten aangehaald en becommentarieerd.
Sinds de hervorming van de vennootschapsbelasting kunnen verliezen niet meer in aftrek gebracht worden van belastingsupplementen wanneer een belastingverhoging wordt toegepast van minstens 10 %. Door deze aftrekbeperking wordt een vennootschap die in een bepaald boekjaar een belangrijk verlies heeft geleden en terzelfdertijd geconfronteerd wordt met een belastingverhoging, bijzonder zwaar getroffen. In het seminarie worden mogelijke oplossingen voor deze situatie aangereikt.
In navolging van de ontwikkelingen in de Europese rechtspraak nemen de hoogste rechtsinstanties in België momenteel aan dat beide administratieve sancties (belastingverhoging én boete) onder bepaalde voorwaarden kunnen worden gecumuleerd. Een recent arrest van het Gentse hof van beroep biedt een goede weergave en illustratie van deze ontwikkelingen in de rechtspraak en van de moeilijke toepassing ervan,in een zaak waarin aan de belastingplichtige wegens herhaalde niet-aangifte of laattijdige aangifte zowel een administratieve boete van 1.250 EUR als een belastingverhoging van 200 % (na bezwaar herleid tot 30 %) was opgelegd.
Ook wordt de vraag behandeld of een belastingplichtige de opgelegde belastingverhoging van 100 % voor het eerst kan betwisten in graad van hoger beroep. En de vraag of laattijdige aangiften van vóór 17 juli 2017 (datum van inwerkingtreding van de wetgeving die uitdrukkelijk preciseerde dat ook bij laattijdige overlegging van de aangifte een belastingverhoging van toepassing is) ook aanleiding kunnen geven tot een belastingverhoging?