Niet-aangifte buitenlandse rekening is nog geen bewijs van kwaad opzet


In het kader van een CRS/FATCA-controle is het niet aangeven van de buitenlandse rekening en van de op die rekening ontvangen inkomsten, onvoldoende om bedrieglijk opzet aan te tonen. De fraudetermijn is dus niet van toepassing. Op dat punt wordt de fiscus nu teruggefloten door de rechter (Rb. Antwerpen 3 mei 2021, 20/1393/A). Maar er zijn nog andere aspecten van de onderzoeken naar buitenlandse rekeningen die vraagtekens oproepen.
Op basis van informatie die is ontvangen in het kader van de internationale gegevensuitwisseling op basis van CRS (Common Reporting Standard) en FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act) (zie Fisc. Act. 2015, 2/1 en 2017, 17/7), belast de overheid sinds enkele jaren de niet-aangegeven roerende inkomsten (dividenden, interesten, enz.) die zijn ontvangen op een rekening in het buitenland.