Column J. Tuerlinckx in Trends: Miserietaks in het kwadraat (14/11/2024)
Wie het al eens heeft meegemaakt weet het: een relatiebreuk is miserie. Ook de wetgever weet dit en voerde ter verzachting van deze situatie de miserietaks in. De miserietaks is het verlaagde verdeelrecht van 1% voor ex-echtgenoten en ex-wettelijke samenwonende partners dat verschuldigd is ten gevolge van een relatiebreuk waarbij ex-partners elkaar willen uitkopen uit de – dan voormalige – gemeenschappelijke woning. De miserietaks is een mildering want het basistarief van het verdeelrecht is 2,5%.
Punt is dat in de maatschappij de miserietaks kaas met gaten is. Spijts de fiscale tegemoetkoming, doen er zich regelmatig gevallen voor waarbij de verdeling van de gemeenschappelijke woning aan 12% geschiedt. Die onbegrijpelijke situatie is uiteraard miserie in het kwadraat voor wie er mee wordt geconfronteerd.
Er worden vaak relaties aangeknoopt met iemand die al een eigen huis of een appartement heeft. Het is een gangbare praktijk om van dit huis of appartement uw gemeenschappelijke woonst te maken. Waarom zou u samen op zoek gaan naar een nieuwe woning als uw partner al over een leuke woning beschikt? De woningmarkt is vandaag immers - op z’n zachts gezegd – uitdagend. Het ligt dan voor de hand dat de nieuwe partner zich inkoopt in de dan gemeenschappelijke woning. Hoe vanzelfsprekend deze gang van zaken ook moge zijn, op fiscaal vlak is het een openliggend mes.
Omdat de woning in eerste instantie niet gezamenlijk is aangekocht, zal men als later toetredende partner die ook inkoopt worden beschouwd als een “derde-verkrijger”. In het algemeen wordt dat in het registratierecht als een soort indringer in de onverdeeldheid beschouwd. Met als gevolg dat in geval van een relatiebreuk geen beroep kan worden gedaan op de miserietaks van 1%. Ook niet op het algemeen recht van 2,5%. Door de specifieke antimisbruikbepaling van de theorie van de derde-verkrijger zal het verkooprecht van 12% worden toegepast. Dit enkel en alleen op grond van de wijze van verkrijging van het onroerend goed, ongeacht of er sprake is van een bedrieglijk opzet.
Het contrast met de miserietaks is gigantisch. Bedenk, die miserietaks is ingevoerd om koppels die met een relatiebreuk geconfronteerd worden en het dus per definitie al financieel moeilijk hebben, niet ook nog eens een fiscale molensteen om de nek te hangen. Bedenk, de wetgever vond 2,5% al de – fiscale – molensteen. Hier worden koppels geconfronteerd met maar liefst 12% registratierechten. Dit is onbegrijpelijk, ook al omdat er aan de miserietaks zelf verschillende voorwaarden verbonden zijn om misbruik tegen te gaan. Zo kan de miserietaks enkel worden toegepast tussen ex-wettelijke samenwonenden indien de wettelijke samenwoning minstens een jaar ononderbroken heeft geduurd en de verdeling plaatsvindt binnen drie jaar te rekenen vanaf de officiële beëindiging van de wettelijke samenwoning. Merk ook op, de wijze waarop de partners deelgenoot zijn geworden is geen voorwaarde.
Er mag dus worden gezegd dat hier veel meer dan alleen maar een zweem van discriminatie te ontwaren is. Een discriminatie ten opzichte van de uiteengaande koppels die wél gezamenlijk – te lezen als op hetzelfde tijdstip – een woning hebben aangekocht. Maar ook houdt dit een discriminatie in ten opzichte van uw ex-partner die initieel enige eigenaar was van de betreffende woning. De persoon die initieel de woning aankocht, wordt immers niet beschouwd als een derde-verkrijger en zal u bijgevolg wel kunnen uitkopen onder toepassing van het verdeelrecht.
De wetgever vergeet daarbij dat de situaties waarbij partners zich nadien inkopen op zich al fiscaal benadeeld zijn. Deze inkoop komt immers niet in aanmerking voor het verlaagd tarief voor de enige eigen woning van nu nog 3% (straks 2%). Inkoop geschiedt aan 12%, ook al zou de betrokkene in geval van aankoop van een andere woning wel kunnen genieten van het verlaagd verkooprecht van 3% voor de enige eigen woning.
Nu er toch aan de registratierechten gesleuteld wordt door de Vlaamse regering, kunnen dit soort onrechtvaardigheden maar beter worden recht gezet. Wie in het openliggende fiscale mes trapt, kan zich tot het Grondwettelijke hof richten met als doel de waanzinnige 12% tot 1% te laten reduceren.