Het register waar rijken bang van zijn

Dave van Moppes

Belgische vennootschappen moeten tegen 30 november informatie over hun grote aandeelhouders of hun uiteindelijke begunstigden ingeven in een database die door de overheid wordt gerund. Ook de burgerlijke maatschap ontsnapt daar niet aan.

UBO-REGISTER Bij sommige van de rijkste Belgen leeft de vrees dat zo’n openbaar register misdadigers op ideeën zal brengen.

Bijna een jaar geleden werd in ons land de antiwitwaswet aangenomen. Daarin was sprake van het UBO-register. UBO staat voor ultimate beneficial owner of de uiteindelijke begunstigde. Wie minstens 25 procent van de aandelen of de stemrechten van een vennootschap bezit, wordt bestempeld als begunstigde. Zijn er geen grote aandeelhouders, dan moet de vennootschap een of meer natuurlijke personen opgeven die de zeggenschap hebben.

De belangrijkste vraag was wie toegang zou krijgen tot die databank en onder welke voorwaarden. Voor het antwoord was het wachten op de publicatie van het koninklijk besluit. Dat verscheen afgelopen dinsdag. Het is niet zo verrassend dat de fiscus, de politiediensten en het parket onbeperkt toegang krijgen tot het UBO-register om de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op te drijven. Ook buitenlandse autoriteiten kunnen informatie uit het register opvragen. Banken en andere instellingen die een rol spelen in het voorkomen van witwassen kunnen het register eveneens raadplegen.

“Europa heeft het UBO-register ingevoerd in de nasleep van de ophef rond de Panama Papers”, zegt Olivier De Keukelaere, advocaat bij Cazimir. “Europa wilde vermijden dat personen zich konden verschuilen achter exotische vennootschapsconstructies om belastingen te ontduiken.”

De Belgische fiscus heeft nog geen volledig zicht op de grote aandeelhouders van Belgische vennootschappen. Met het UBO-register komt daar verandering in.

Dave van Moppes, vennoot bij het advocatenkantoor Tuerlinckx, merkt op dat de fiscus via een andere weg nu al zicht heeft op de belangen van Belgische belastingplichtigen in buitenlandse vennootschappen. 102 landen – van Albanië tot Vanuatu – doen mee met de automatische en internationale gegevensuitwisseling over de inkomstenbelasting. Enkel de Verenigde Staten zijn opvallend afwezig in die lijst.

“De banken zijn verplicht uit te zoeken wie een belang van 25 procent of meer in een vennootschap heeft. Ze moeten informatie over de rekening doorspelen aan de belastingdiensten van het land waar die aandeelhouder woont”, stipt Van Moppes aan. De Belgische fiscus heeft nog geen volledig zicht op de grote aandeelhouders van Belgische vennootschappen. Met het UBO-register komt daar verandering in.

Elke burger

Wat wel verrassend mag heten, is dat “elke burger” het register zal kunnen raadplegen, tegen betaling van administratieve kosten. Die burger hoeft niet eens een legitiem belang aan te tonen. Bij sommige van de rijkste Belgen leeft de vrees dat zo’n openbaar register misdadigers op ideeën zal brengen. “Om iets op te zoeken moet je de naam van de entiteit of het ondernemingsnummer kennen”, nuanceert Van Moppes. “Je kunt van een natuurlijke persoon niet alle belangen in verschillende vennootschappen oproepen. Maar in combinatie met andere informatiebronnen en met wat zoekwerk kun je wel al een eind geraken.”

Het koninklijk besluit treedt op 31 oktober in werking. Vanaf dan hebben de vennootschappen een maand de tijd om van elke begunstigde de naam, de voornaam, de geboortedatum, de nationaliteit, de verblijfplaats, het identificatienummer van het Rijksregister of van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid door te geven, een begindatum en of het om een rechtstreeks of onrechtstreekse begunstigde gaat.

In de databank komt ook het percentage van de aandelen of de stemrechten. De waarde van de belangen staat er niet bij. Wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur moeten binnen de maand ook in het register worden aangepast. De bestuurders die niet of niet tijdig alle gegevens in de databank invullen, riskeren boetes van 250 tot 5000 euro.

De Keukelaere: “De informatie die ‘elke burger’ kan raadplegen, is beperkt. De achternaam van de begunstigde wordt bijvoorbeeld wel gepubliceerd in de publieke databank, de voornaam niet. Het publiek zal wel het land kunnen zien waarin de begunstigde verblijft, maar niet zijn volledige adres.”

De wettelijke vertegenwoordiger van de vennootschap of de gevolmachtigde kan met een kaartlezer en een e-ID via het elektronische platform MyMinFin alle informatie over de begunstigden doorspelen. “Er staat al een link naar het UBO-register onder de applicaties, maar bij mij werkt die voorlopig nog niet”, zegt Van Moppes.

De burgerlijke maatschap

Een andere vraag was of de burgerlijke maatschap – een instrument dat weleens wordt gebruikt om samen met de volgende generatie het familievermogen te beheren – als een vennootschap of als een trust zou worden behandeld. De antiwitwaswet maakt een onderscheid tussen die twee. Vanuit de Angelsaksische wereld is op Europees niveau gelobbyd om te verhinderen dat het grote publiek toegang zou krijgen tot de begunstigden van trusts. Wie informatie nodig heeft over vzw’s, stichtingen, fiducieën, trusts en soortgelijke juridische entiteiten moet die informatie vragen aan de beheerder van de databank én een legitiem belang aantonen. De beheerder kan die aanvraag weigeren, als de motivatie niet in lijn ligt met de doelstelling van de antiwitwasrichtlijnen.

De begunstigden van de maatschap zullen wel in het publiek toegankelijke register zitten. De maatschappen moeten net als andere vennootschappen tegen 30 november de gegevens over de begunstigden in het register invullen. Vanaf 1 november moeten burgerlijke maatschappen ook worden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Bestaande maatschappen krijgen respijt tot eind april 2019 voor de inschrijving in de KBO, maar ze krijgen geen uitstel voor het UBO-register. Van Moppes: “Ik had vooraf verwacht dat de Belgische wetgever de maatschappen in dezelfde categorie als de trusts zou indelen, maar dat is dus niet gebeurd.” De Keukelaere stelt dat het vermogen in de maatschap uit het zicht kan blijven, als ze maar geen maatschappelijk kapitaal vermelden bij de inschrijving in de KBO.

Uitzonderingen

Begunstigden kunnen in uitzonderlijke omstandigheden vragen om de toegang tot hun gegevens te beperken, als die toegang “een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie inhoudt”. Zowel De Keukelaere als Van Moppes vindt het moeilijk in te schatten hoeveel kans vermogende families maken op de toekenning van zo’n uitzondering. Van Moppes: “Er zijn natuurlijk precedenten, zoals de ontvoering van Freddy Heineken en de ontvoering en de moord op Charles-Victor Bracht. Voor sommige zeer rijke families zal het misschien lukken een uitzondering te krijgen, maar ik kan mij niet indenken dat elke maatschap een uitzondering 

Published under