De fiscale relevantie van het recht in eigen omgeving zichzelf te zijn – de dag van de privacy

Winnie Milbou

Vanuit die lezing raakt het recht op privacy regelmatig de fiscaliteit, en moeten inbreuken door de overheid op de eerbiediging van het privéleven, familie- en gezinsleven, woning en correspondentie getoetst worden aan de vereisten van artikel 8, lid 2 EVRM, te weten legaliteit, noodzakelijkheid en legitimiteit. Dit brengt met zich mee dat een inbreuk niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het doel en dat dit doel in redelijkheid niet op een andere wijze kan worden bereikt.

 

De fiscus moet dus privacy van de belastingplichtige respecteren en omzichtig omspringen met de gegevens die zij over de belastingplichtige verzamelt. De praktijk leert evenwel dat deze verplichting niet altijd strikt gevolgd wordt, en dat de nationale en Europese wetgever een inmenging zelfs faciliteert, zulks ingegeven door de taak van algemeen belang die een belastingadministratie moet uitoefenen. Desalniettemin is een wettelijke basis op zichzelf (legitimiteit) onvoldoende.

 

Daartoe behoren verschillende “werven” die nog werk behoeven en waar het voorgaande nog geen garantie is:

 

  • De wet van 20 november 2022 houdende diverse fiscale en sociale bepalingen, die de fiscus de mogelijkheid geeft middels een procedure zoals in kort geding aan de rechter te vragen de belastingplichtige te veroordelen tot betaling van een dwangsom wanneer deze de uitoefening van de onderzoeksbevoegdheden van de fiscale administratie belemmert. Het Grondwettelijk Hof oordeelde in dit kader in 2017 dat het verlenen van vrije toegang essentieel is voor de beoordeling van de legitimiteit van de fiscale visitatie. Dat de verplichting toegang te verlenen onder verbeurte van een dwangsom het recht op privacy raakt, is open deuren intrappen.

 

  • De kennisname door de fiscus van vertrouwelijke correspondentie tussen de belastingplichtige en haar raadsman, in welke België geen zekerheidsmechanismes heeft voorzien die de rechtsonderhorige beschermen tegen misbruik en willekeur en de fiscus geen initiatief neemt om gevoelige informatie te verzegelen.

 

  • De ondervraging door de BBI van belastingplichtigen zonder dat het Europees beschermd recht op informatie, het zwijgrecht en het recht op bijstand van een raadsman wordt gerespecteerd.

 

  • De door de OESO ontwikkelde en door de Europese Commissie wettelijk verankerde Common Reporting Standard, waarbij landen zelfs buiten de Europese Unie afspraken maken om financiële gegevens van personen en organisaties uit te wisselen.

 

  • De praktijk waarin de fiscus groothandels en verdeelcentra onder dreiging van strafrechtelijke sancties dwingt tot kopiename van identiteitskaarten van cliënteel, zulks ingegeven om grijze verkopen tegen te gaan, terwijl een kopie op straffe van het weigeren van toegang tot de winkel de toets van de GDPR-wetgeving niet doorstaat.

 

De wetgever heeft onder artikel 8 EVRM een positieve verplichting om maatregelen te treffen om respect voor het privéleven te verzekeren. De fiscus heeft onder artikel 8 EVRM een negatieve verplichting om zich in beginsel te onthouden van onrechtmatige inmengingen in het privéleven. In de fiscaliteit is dat niet anders.

 

In een eerste benadering, met enige afstand, zou de vraag kunnen gesteld worden wat het verband is tussen het recht op privacy en fiscaliteit. We hopen in dit artikel te hebben aangetoond dat beide begrippen innig met elkaar vervlochten zijn. Fiscaliteit gaat om het inzicht krijgen op het leven en de financiën van burgers. De overheid gaat in haar aanspraken steeds verder, waarbij het collectieve de overhand haalt op het individuele.

 

Historisch gezien is dit geen unicum. Ook in de jaren 30 van het vorige millennium vierde het overheidsgezag en de inzage van de overheid in de burger en zijn financiën hoogtij. Ruim 30 jaar later was de pendel totaal omgeslagen, en verlangde de maatschappij van de overheid terecht het recht op privacy te respecteren. Wie dat niet gelooft moet de evolutie van het bankgeheim in België sinds het begin van de 20e eeuw er maar eens op nalezen.

 

Dergelijke respect voor het recht op privacy, komt er niet zomaar zonder slag of stoot. En ook na deze periode waarin transparantie ten behoeve van de overheid hoogtij viert, zullen er andere tijden aankomen. Tuerlinckx Tax Lawyers, zet zich mee in als architect van de beweging naar meer privacy. Dit evenwel zonder gezegd te hebben, dat er geen gezond evenwicht dient te zijn tussen de overheid en haar burgers. Alleen slaagt de pendel vandaag te veel door naar de burgers.

Diegene die dezelfde strijd voeren, wensen wij vandaag op de dag van de privacy bijzonder veel sterkte.

Winnie.Milbou@tuerlinckx.eu

Published under