Mijn nieuwjaarsbrief 2020
Bij het ingaan van het nieuwe jaar past het, naar aloude gewoonte, een aantal goede voornemens te formuleren waaraan de opsteller zich tracht te houden in 2020. Voor mij geen duur fitnessabonnement, het afzweren van dranken waarop u de BTW niet kan aftrekken of andere pesterijen: we houden het professioneel. De nadruk ligt op de vennootschap. Het tirannieke kantje van het vennootschapsrecht, en het recht in het algemeen, maakt dat deze voornemens eigenlijk dwingend worden opgelegd door de wetgever. Om het gezellig te houden na al het feestgedruis, verkies ik te spreken over “goede voornemens”.
- 1 - Ik wik mijn woorden en mijn termen
Het eerste voornemen heeft betrekking op de terminologie. Om onnodige verwarring in 2020 tegen te gaan, zal ik geen begrippen meer gebruiken die eigenlijk niet meer bestaan. Zo zal ik niet langer spreken over het statutair doel als ik het voorwerp beoog en het woord “doel” gebruiken als ik het ter ziele gegane oogmerk bedoel. Wie de vorige zin na de eerste lezing reeds volledig begrijpt, verdient een kus van een willekeurige juffrouw en een bank vooruit. Ook de benamingen van de vennootschappen wijzigen onherroepelijk op 1 januari 2020. Een bvba wordt een BV en een cvba een CV. In strijd met het taalkundig verworven gewaande gebruik van kleine letters bij vennootschapsafkortingen, blijken deze afkortingen nog steeds in kapitalen te zijn geschreven. In mindere mate, doch niet onbelangrijk, zal de “gewone commanditaire vennootschap” transformeren in de “commanditaire vennootschap” en verdwijnen de punten in de afkorting van de V.O.F. Dat noem ik nu eens de puntjes op de “i” zetten. Kleine kanttekening: ik zal wel nog spreken over cvba in het geval het een “valse vennootschap” betreft. Daarover zo dadelijk meer. Vanaf 1 januari 2020 zal ik mij ervan onthouden vennoten en zaakvoerders in de BV nog aan te spreken als dusdanig, juister en eerbiediger zal zijn te zeggen: aandeelhouders en bestuurders.
- 2 - Wijzig statuten om mijn rechten te beschermen
Voor het tweede voornemen kom ik terug op de eerder gekleurde uitdrukking “valse vennootschap”. Het bedroeft mij ten zeerste dat na twee weken van peis en vrede, uitgezonderd dan tussen onze Zweedse coalitiepartners, opnieuw zulk zwaar taalgebruik te moeten bezigen. Het zal echter niet de eerste keer zijn dat de brave burger zich in een hoekje laat duwen ten gevolge van een toestand die jarenlang administratief getolereerd, nee beter: wettelijk ondersteund werd. De wetgever heeft immers met de invoering van de nieuwe CV, komaf willen maken met het oneigenlijk gebruik van de coöperatieve vennootschap. Ondernemingen die niet voldoen aan het coöperatieve gedachtegoed, worden vriendelijk de deur gewezen en zullen zich moeten omvormen naar, bij voorkeur van de wetgever de BV, naar mijn voorkeur de NV. Ik neem mij dan ook voor om in 2020 mijn cvba om te vormen naar een NV (of een BV als u gelooft dat wij leven in een dictatoriaal regime). Voor mijn andere vennootschappen zal ik in de loop van 2020 ook langs de notaris passeren om de statuten te wijzigen, niet omdat dit door de wet verplicht is, maar omdat zij anders onleesbaar zijn of volstrekte onzinnigheden bevatten in combinatie met de nieuwe wetgeving.
- 3 - Ik mijd een dubbele arbeids- en bestuursopdracht
Mijn derde goed voornemen heeft betrekking op de bestuursmandaten die ik heb opgenomen. Ik zorg ervoor dat ik niet langer met de vennootschap verbonden ben door middel van een arbeidsovereenkomst die betrekking heeft op de handelingen als bestuurder. Ondanks het feit dat deze arbeidsovereenkomst mij een mooi appeltje voor de dorst opbracht voor na mijn, gelet op het begrotingstekort steeds hypothetisch wordende, pensionering en mij bovendien een aantal zekerheden bood, zoals opzegtermijn en -vergoeding, zal ik mij toch braaf schikken naar de nieuwe wet. Als tegenprestatie vraag ik dan wel aan mijn aandeelhouders om een opzegregeling voor bestuurders in de statuten in te schrijven.
- 4 - alsook vzw’s met te veel fiscale vracht
Als vierde goed voornemen zal ik mij in 2020 meer gaan bezighouden met het goede doel, waarmee ik niet het spijzen van de geplaagde Schatkist beoog. Ik zal het goede nieuws verkondigen aan alle leden van Belgische vzw’s dat zij in het nieuwe jaar een zwaard van Damocles minder boven hun hoofd hebben hangen. Een vzw kan immers onbeperkt economische activiteiten ontwikkelen, zonder hieromtrent nog voor verenigingsrechtelijke represailles te moeten vrezen. Doch, door deze nieuwe vrijheden loopt de vzw gevaar in het vangnet van de vennootschapsbelasting verstrikt te raken. Om in de Griekse mythologie te blijven: Sisyphos legt zich na een dag zwoegen uitgeput tegen zijn rotsblok om dan tot zijn afgrijzen te moeten vaststellen dat het opnieuw van de berg rolt. Of op zijn Hollands: van de regen in de drop. Ik zal de taak dan ook op mij nemen om vzw’s die van deze vrijheid gebruik willen maken en economische activiteit ontwikkelen, zo goed als mogelijk te behoeden voor de gevaren die in de vennootschapsbelasting schuilgaan.
- 5 - In BV en CV zwijg ik van kapitaal
Een vijfde en laatste voornemen: ik zal in de BV en de CV niet langer zoeken naar kapitaal op de balans en zeer voorzichtig omspringen met de vloedgolf aan bijkomende verslagplichten, liquiditeitstesten en alarmbellen. In het kader daarvan zal ik in mijn BV steeds de liquiditeit op peil houden en mij laten bijstaan in het maken van cashflowprognoses door gespecialiseerde individuen die wél tot meer dan tien kunnen tellen en hun aansprakelijkheid graag op het spel zetten om dit aan te tonen.
- 6 - Maar bovenal: let op fiscaal!
Tot slot nog een kleine waarschuwing voor mezelf in het nieuwe jaar: als ik in 2020 de onweerstaanbare dwang voel om de nieuwe mogelijkheden die het WVV biedt ook effectief te gaan aanwenden, dan verdiep ik mij best ook in de fiscale bijsluiter.
Published under
- Corporate
- Tax