Niet meer welkom bij de bank
Het voorbije jaar alleen al zijn er een tiental van mijn cliënten bij hun bank buitengegooid”, weet Dave Van Moppes, advocaat bij Tuerlinckx Tax Lawyers. “Let op, banken kunnen natuurlijk een beslissing nemen over een individueel dossier. Een juwelier die veel cash stort en geen antwoord wil geven op vragen, kan een lastige klant zijn. Maar er is meer aan de hand. Het gaat om sectoren waarin voorwerpen met een grote waarde van hand wisselen. In zulke sectoren kun je in theorie veel sneller geld witwassen dan in sectoren waar slechts kleine bedragen omgaan. Die zijn moeilijker te controleren en daarom zien de banken ze liever gaan dan komen.” Luc Stolle van Squadrat Advocaten telt een zevental cliënten die niet meer welkom zijn bij hun bank. De banken zijn al sinds de jaren negentig ingeschakeld als hulpsheriff van de overheid in de jacht op zwart geld. In de eerste jaren konden de banken zich er vanaf maken met het aanvinken van de juiste vakjes op allerlei formulieren. Maar het toezicht van de Nationale Bank is in de loop der jaren stevig opgedreven. De toezichthouder komt op het terrein kijken of de banken voldoende moeite doen om fraudeurs op te sporen. Banken riskeren ook zware boetes. We zijn al aan de zesde antiwitwasrichtlijn toe, die Europa uittekent en die België in wetgeving moet gieten. “Sinds de vierde richtlijn zijn de risico’s beter gedefinieerd”, meent Van Moppes. “Die risico’s kunnen individueel zijn, geografisch – denk aan landen met veel terroristische organisaties – of gelinkt aan een sector. Het is aan de banken om die risico’s te managen. Als ze een hoger risico detecteren, moeten ze meer controles uitvoeren en dat heeft zo zijn kostprijs. Vaak kiezen de banken voor de gemakkelijkheidsoplossing door die risico’s af te stoten.”
Als banken een hoger risico detecteren, moeten ze meer controles uitvoeren. Vaak kiezen ze voor de gemakkelijkheidsoplossing door die risico’s af te stoten. - Dave Van Moppes
Geen uitleg
Wanneer we ons oor te luisteren leggen bij enkele goudhandelaars, blijkt dat er in de sector wel wat rekeningen afgesloten zijn. Jan Van Cutsem, oprichter en zaakvoerder van The House, een handelaar in goudstaven, goud- en zilvermunten, vertrouwt ons toe dat Belfius al zijn rekeningen dreigt af te sluiten. Het gaat niet enkel om de rekening op naam van zijn zaak, maar ook om zijn privérekeningen, zijn brand- en zijn autoverzekering. “Mijn levenswerk wordt op de helling gezet”, zegt een geëmotioneerde Van Cutsem. “Zonder rekeningen kan ik mijn zaak niet draaiend houden. Dit is een familiebedrijf. Het gaat ook over mijn kinderen, die allemaal in de zaak werken, en mijn kleinkinderen.” De bank waar Van Cutsem al meer dan twintig jaar klant was, heeft hem de wacht aangezegd. Zonder veel uitleg. Volgens Van Cutsem wil ze geen goudhandelaars meer als klant, omdat ze fraudegevoelig zouden zijn. “De medewerkers in het bankkantoor zitten ermee verveeld. Ik sta niet op een zwarte lijst. Ik heb niks verkeerd gedaan. Ze moeten de marsorders van het hoofdkantoor volgen, dat zegt dat de goudhandel een groter risico op witwassen meebrengt dan een andere activiteit. Belfius heeft nog nooit een balans opgevraagd. Ik heb hen meermaals uitgenodigd om te komen kijken hoe wij werken. Ze zijn er nooit op ingegaan.” Een goudstaaf kost bijna 50.000 euro. Met de handel in goudstaven kun je dus snel geld witwassen. Er zullen vast en zeker rotte appels in de sector zijn, maar zijn die er evengoed in pakweg de tapijtenbusiness of bij ramen- en deurenbedrijven? Een jaar geleden werd Van Cutsem al buitengewerkt bij BNP Paribas Fortis. “Bij KBC zijn er rekeningen geopend en twee dagen later weer afgesloten”, zegt hij. “De kantoordirecteur die ik al lang ken, was daar heel verwonderd over. Ze kreeg geen uitleg van het hoofdkantoor.”
Moeilijk zakendoen
In zijn zoektocht naar een nieuwe bank botst Van Cutsem op muren. Christiaan Van der Veken van het juwelenhuis Van der Veken maakte een jaar geleden ongeveer hetzelfde mee. “In juni vorig jaar heeft ING België de relatie na twintig jaar opgezegd. Eerst de rekeningen van de vennootschappen, daarna ook de privérekeningen, zonder een reden te geven. Er was geen enkele waarschuwing. Het is niet enkel ING. Belfius en BNP Paribas Fortis hanteren hetzelfde beleid. Wij bestaan sinds 1952. De federale overheidsdienst Economie en een onafhankelijk certifiëringsbureau keren ons twee keer per jaar binnenstebuiten. Er is nooit een probleem geweest. Wij zijn altijd zeer voorzichtig in het accepteren van nieuwe klanten. Hier komt niet zomaar om het even wie binnen.” Bij Bank van Breda vliegt Van der Veken niet buiten, omdat hij er nog een lening heeft uitstaan. “Die bank heeft ons botweg gezegd dat alles wat te maken heeft met uurwerken, juwelen, goud en diamant niet meer welkom is. Op de vraag wat de reden is, kwam geen antwoord. Onlangs deed ik een investering en probeerde ik een wederopname van een bestaand en afbetaald krediet te doen. Dat staat de bank aan onze branche niet toe. Geld lenen lukt dus ook niet meer. Zonder financiering is het moeilijk zakendoen.” Van der Veken zou naar eigen zeggen een boek kunnen schrijven over wat hij al heeft meegemaakt met de banken waar hij klant is. “Onlangs heb ik verschillende mails moeten sturen en telefoontjes moeten plegen omdat een betaling van 3450 euro niet in één keer lukte. Die betaling is in tweeen gesplitst: een van 3000 euro en een van 450 euro. De storting van 3000 euro is drieenhalve week onderweg geweest. Het ging om een betaling van een factuur tussen twee professionals met een uitstekende reputatie. Een ander akkefietje: we hebben een akkoord met een Chinese groep om winkels te openen in China. De eerste betaling heeft er via Beobank 28 dagen over gedaan om door de compliance (het interne toezicht van de bank op het respecteren van de wettelijke regels, nvdr) van de bank te raken. Nochtans was de bank bij de ondertekening van het contract op de hoogte van de deal en hebben we gevraagd of ze extra informatie wilde.”
Vreemde munten
Er zijn ook goudhandelaars die – voorlopig – geen problemen ondervinden. “Wij hebben geen problemen, maar wij horen wel van juweliers die bij ons klant zijn dat de ene na de andere bank hun rekeningen opzegt”, getuigt een goudhandelaar die liever anoniem blijft. Toeval of niet, de handelaars die ons zeggen dat ze geen last hebben met hun bankier verhandelen vaak ook vreemde munten. Om vreemde munten te verhandelen, hebben ze een vergunning als wisselkantoor van de toezichthouder FSMA nodig. Ze moeten procedures volgen om witwassen en de financiering van terrorisme te bestrijden. Dat wil zeggen dat ze bepaalde controles moeten uitvoeren op de identiteit van de klant, en op de herkomst en de bestemming van het geld. Wanneer de FSMA de procedures niet sluitend vindt, kan de toezichthouder de vergunning voorlopig schorsen, zoals vorige week is gebeurd bij het wisselkantoor Stevens & Cie. Stevens werkt nu samen met een externe consultant om zijn procedures op punt te stellen. Mogelijk wekt de vergunningsplicht voor de wisselkantoren meer vertrouwen bij de bank. De woordvoerder van de FSMA benadrukt dat ze enkel toezicht houdt op de activiteiten voor het wisselen van vreemde munten. “De aankoop of de verkoop van goud valt niet onder het toezicht.” Van Cutsem zegt dat hij al jaren smeekt om meer regulering in zijn sector. “Ik kan u zo zeggen bij welke handelaars alles correct verloopt en bij welke niet. U mag gerust een dag bij mij in de zaak alles komen volgen. Ik heb niets te verbergen. Cash is haast onbestaande, tenzij voor kleine transacties. Alles verloopt op factuur.” Voor Van Cutsem staat het sluiten van zijn rekeningen gelijk met broodroof. Hij trekt naar de rechter, in een poging om zijn betaalrekeningen te kunnen behouden en laat zich bijstaan door Squadrat Advocaten. “Overleg met de banken heeft tot nu toe niets opgeleverd. Er rest mij geen andere keuze. Ik zie geen andere manier meer om mijn zaak te laten overleven.” Ten eerste zijn vennootschappen verplicht een rekening te openen. Ten tweede is met cash werken geen optie, omdat voor de meeste handelaars er een limiet van 3000 euro staat op de cash die ze mogen ontvangen.
Rekening in Dubai
Het probleem is zes jaar geleden begonnen met de diamantsector. Vandaag zitten ook goudhandelaars, juweliers en horlogehandelaars in het vizier. De bankenkoepel Febelfin reageert verrast. “Wij zijn op de hoogte van de klachten die bepaalde diamantairs hebben. Er is de voorbije maanden volgens ons geen grote evolutie in die klachten. We hebben ook geen kennis van klachten van juweliers, uurwerkenverkopers of goudhandelaars over de toegang tot rekeningen.”
Van Moppes: “De diamantsector heeft zwaar gelobbyd om tot oplossingen te komen, maar dat is op een sisser uitgedraaid. Een diamantair kan bij een Belgische bank geen nieuwe rekening meer openen. Ook bestaande relaties worden vaak afgebroken. Zo hebben die diamantairs geen andere keuze dan een rekening te openen bij banken in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Israël of Dubai. Die banken voeren ook allerlei controles uit, om te vermijden dat hun klanten geld witwassen of terrorisme financieren.”
Nog een andere uitweg vonden de diamantairs bij fintechbedrijven zoals Ebury of Wise, die gespecialiseerd zijn in internationale betalingen. “Ebury heeft dit jaar plots Nog een andere uitweg vonden de diamantairs bij fintechbedrijven zoals Ebury of Wise, die gespecialiseerd zijn in internationale betalingen. “Ebury heeft dit jaar plots een heleboel rekeningen van diamantairs geblokkeerd”, zegt Van Moppes. “Die diamantairs zijn zelfs naar de rechtbank moeten trekken om hun geld terug te krijgen.” Die uitweg is met andere woorden afgesloten. Cryptomunten zijn voorlopig ook geen alternatief. Meester-goudsmid Christiaan Van der Veken vond uiteindelijk de weg naar National Bank of Fujairah, een gereputeerde bank met hoofdzetels in Dubai en Fujairah en een notering op de beurs van Abu Dhabi, dat in 2019 een bijkantoor opende in Antwerpen. “Het kost mij 6000 dollar per jaar om een rekening te mogen openen en ik moest meer dan dertig pagina’s invullen met vragen over mijn zaak. National Bank of Fujairah aanvaardt dus zeker niet eender wie. Ze onderzoeken je dossier twee tot drie maanden vooraleer ze je toelaten als klant.” Dave Van Moppes kent de bank. “Toen de diamantsector geen gehoor vond in eigen land, is in het buitenland op zoek gegaan naar banken die activiteiten in België wilden starten.” National Bank of Fujairah is in het gat gesprongen dat de Antwerpse Diamantbank (ADB) heeft achtergelaten. Die werd zes jaar geleden opgedoekt en maakte deel uit van KBC Groep. Van Moppes: “Ik snap dat een kleine spaarbank onvoldoende kennis van de diamant- of de juwelenbusiness heeft om die cliënten op te volgen. Maar het kan er bij mij niet in dat alle grootbanken de diamantairs weren. De diamantsector is een legitieme sector.” Voor Van der Veken is het ook duidelijk dat alle miserie is begonnen met het verdwijnen van de Antwerpse Diamantbank. “We hebben die specifieke financiële expertise weggegooid. Het is onbegrijpelijk dat de overheid de sluiting van die nichespeler heeft toegestaan."
Basisbankdienst laat op zich wachten
“De uitdaging blijft vooral om de toegang tot bankdiensten voor diamantbedrijven te verzoenen met de erg strenge reglementering op het gebied van risicobeleid, en in het bijzonder de antiwitwasregelgeving. De diamantsector is een sector met hoge risico’s. Dat is aangetoond door internationale rapporten van de internationale witwaswaakhond, de Financial Action Task Force (FATF)”, zegt een woordvoerder van Febelfin.
“Banken die daarin actief willen zijn, moeten voldoen aan erg strenge vereisten in risicobeleid en de preventie van witwassen. De antiwitwasregelgeving heeft tot gevolg dat banken heel verstrekkende maatregelen moeten nemen om de risico’s eigen aan de sector te beheersen. Als ze die regels niet correct naleven, riskeren ze hoge boetes.” Enkele politici hebben zich het lot van de diamantsector aangetrokken. In november vorig jaar verscheen een wet in het Belgisch Staatsblad die zegt dat “elke in België gevestigde onderneming recht heeft op de basisbankdienst”. In het wetsontwerp worden de horeca, de diamantsector en tweedekansondernemers (ondernemers die een faillissement achter de rug hebben) genoemd als ondernemingen die moeilijk aan een rekening geraken. “De wet is sinds 1 mei 2021 van kracht en bepaalt dat een onderneming die driemaal geweigerd is door een kredietinstelling recht heeft op een basisbankdienst en die kan afdwingen via een basisbankdienstkamer van de federale overheidsdienst Economie”, legt de woordvoerder van Febelfin uit.
Hoe komt het dan dat zoveel ondernemingen in de kou staan? Blijkt dat er in de praktijk nog een uitvoeringsbesluit nodig is voor de toepassing van de wet. “Er ontbreken nog enkele essentiële elementen, waaronder de oprichting van een basisbankdienstkamer en het vastleggen van een aantal risicobeperkende maatregelen voor specifieke ondernemingen in bepaalde sectoren”, klinkt het bij Febelfin. Leen Dierick (CD&V), mede-auteur van het wetsvoorstel, vroeg vorige week tekst en uitleg in de commissie Economie aan minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS). Ze uitte haar bezorgdheid over “heel wat ondernemers die het al zeer moeilijk hebben en die hun hoop op de basisbankdienstwetgeving hadden gesteld”. De basisbankdienstwetgeving zou normaal op 1 mei 2021 in werking treden, maar minister Dermagne haalde die deadline niet.
“Het doel is het uitvoeringsbesluit in het begin van de herfst aan te nemen”, zei de minister in de commissie. “Het is van essentieel belang dat het in overeenstemming is met de antiwitwaswetgeving. Die complexe oefening vraagt tijd. Momenteel vindt een consultatieronde plaats met stakeholders. Daarna zal een overleg plaatsvinden in de werkgroep, waarin de Nationale Bank van België, de Cel voor Financiële Informatieverwerking, de federale overheidsdienst Financiën en de federale overheidsdienst Economie vertegenwoordigd zijn. Mijn administratie stelt alles in het werk om advies in te winnen bij de Raad van State voor het zomerreces, dat start op 21 juli.” Voor de ondernemers die vandaag door hun bank aan de deur worden gezet, is het zaak te overleven zonder Belgische rekening tot die reddingsboei er is. En dan nog rest de vraag of die rudimentaire basisbankdienst voldoende zal zijn voor bedrijven die veel internationale of grote betalingen moeten doen.
‘Zonder rekeningen kan ik mijn zaak niet draaiend houden. Dit is een familiebedrijf. Het gaat ook over mijn kinderen, die allemaal in de zaak werken, en mijn kleinkinderen’
JAN VAN CUTSEM, GOUDHANDELAAR THE HOUSE
Published under
- Corporate
- Criminal
- Tax